Het ministerie van Justitie en Veiligheid moet beslissen op een WOB-verzoek over de vuurwerkramp in Enschede. Dat heeft de bestuursrechter in Zwolle vorige maand bepaald.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid weigerde een tijdige beslissing te nemen en weigerde tevens enig beslistermijn te geven. Door de gang van zaken werd er beroep ingesteld.
Het verzoek op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur en de Archiefwet ziet toe op documenten over de vuurwerkrampen in Enschede (2000) en Culemborg (1991) in Nederland.
De verzochte documenten betreffen onder andere nota's aan de minister, onderzoeken over beide vuurwerkrampen, en communicatie daarover met verschillende instanties, waaronder het Openbaar Ministerie, TNO, de gemeente Enschede, en de Commissie Oosting.
Een van de opgevraagde onderzoeken is een TNO-onderzoek over de vuurwerkramp in Culemborg (1991). De conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek verdwenen volgens insiders in de la waardoor een tweede vuurwerkramp in Enschede (2000) niet werd voorkomen. Het WOB-verzoek ziet ook toe op alle communicatie tussen verschillende instanties omtrent dit onderzoek.
Het ministerie heeft inmiddels al een half jaar de tijd gehad om op het verzoek te beslissen. In de uitspraak geeft de bestuursrechter het ministerie van Justitie en Veiligheid nog eens zes maanden de tijd om alsnog een beslissing te nemen. Dit termijn is volgens de bestuursrechter gerechtvaardigd omdat er sprake zou zijn van "een zeer uitgebreid WOB-verzoek dat een tijdspanne van bijna veertig jaar beslaat."
Indien het ministerie opnieuw weigert een beslissing te nemen is een gang naar de rechter wederom mogelijk.