Het Openbaar Ministerie heeft wederom diverse aangiften naar aanleiding van het onderzoek naar de vuurwerkramp geseponeerd. Het bestuursorgaan heeft voor het seponeren geen onderzoek gedaan naar de aangedragen strafbare feiten omdat die volgens hen reeds verjaard zouden zijn.

In de aangiften werden 32 overheidsinstanties en ruim 100 personen benoemd die een kwalijke rol zouden hebben gespeeld voor, tijdens en na de vuurwerkramp in Enschede. Hierbij worden onder andere genoemd de gemeente Enschede, Brandweer Twente, Politie Twente, het Openbaar Ministerie, en verschillende ministeries, waaronder het ministerie VROM en het ministerie van Verkeer en Waterstaat.

In de 41 pagina's werden tal van onregelmatigheden en strafbare feiten benoemd in alle onderzoeken en strafrechtelijke trajecten van de vuurwerkramp, waaronder het onderzoek naar de vermeende brandstichter André de Vries, het onderzoek naar het vuurwerkbedrijf en het onderzoek naar de gemeente Enschede. Ook het omvangrijke 1400 pagina's tellende onderzoeksrapport van onderzoeker Paul van Buitenen maakte onderdeel uit van de aangiften.

Het Openbaar Ministerie stelt nu dat nader onderzoek niet noodzakelijk is, omdat de desbetreffende feiten "onder voorbehoud van bewijsvoering" reeds verjaard zouden zijn. Hierdoor is er voor het Openbaar Ministerie geen aanleiding meer om de zaak nader te onderzoeken. Opmerkelijk daarbij is dat in de beantwoording van slechts 16 pagina's niet inhoudelijk wordt ingegaan op de in de aangiften aangetoonde betrokkenheid van datzelfde Openbaar Ministerie. Ook de groot hoeveelheid misstanden die in het onderzoeksrapport van Van Buitenen worden genoemd worden niet weersproken.

De beslissing van het Openbaar Ministerie is twijfelachtig omdat het tussen 2010 en 2012 wél nieuwe onderzoeken startte naar aanleiding van een verklaring van een kroongetuige, terwijl ook die strafbare feiten volgens de redenatie die het Openbaar Ministerie nu hanteert reeds verjaard zouden zijn geweest. De kroongetuige gaf destijds aan dat zij heeft gehoord dat mede-directeur Willy Pater, zijn vrouw Marion Schippers en enkele medewerkers op de bewuste dag een bezoek aan het bedrijf zouden brengen voor het ophalen van administratie en vuurwerk voor een verjaardagsfeest. Ook dat onderzoek werd volgens de recente aangiften gemanipuleerd.

Voormalig S.E. Fireworks mede-directeur Rudi Bakker laat in een reactie aan Overijssel Extra weten dat de beslissing hem niet verbaast: "Het Openbaar Ministerie heeft vanwege zijn dubieuze rol in dit dossier en het exclusieve recht op het beoordelen van aangiften de mogelijkheid om zijn eigen optreden goed te praten. Dat gebeurt in dit dossier al tientallen jaren. De slager keurt zijn eigen vlees. Ik beraad mij nog op eventuele vervolgstappen, maar een artikel 12 procedure bij een gerechtshof ligt wederom voor de hand. Het Openbaar Ministerie heeft mijns inziens ook een morele verplichting om deze ernstige feiten nader te onderzoeken om in deze zaak duidelijkheid te krijgen, zeker ook omdat zij zelf betrokken zijn."

Ook oud-rechercheur Jan Paalman beraadt zich nog op eventuele vervolgstappen. Paalman maakte destijds onderdeel uit van het Tolteam, het onderzoeksteam dat de vuurwerkramp in Enschede onderzocht, en werd ontslagen na het melden van misstanden. "Al 20 jaar hebben we gezegd dat er strafbare feiten zijn gepleegd en nu stelt het Openbaar Ministerie dat zij geen onderzoek meer instellen omdat het verjaard is. Het Openbaar Ministerie wacht dus kennelijk net zo lang totdat het verjaard is zodat het geen gevolgen meer heeft," aldus Paalman.

In 2012 werden door het Openbaar Ministerie ook aangiften van strafbare feiten in verband met het onderzoek naar de vuurwerkramp geseponeerd. De behandeling van die aangiften en de lopende herzieningsprocedure van mede-directeur Bakker werden destijds intern besproken met minister Ivo Opstelten, zo publiceerde Overijssel Extra vorige week op basis van recent openbaar gemaakte stukken.