Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft een uitspraak van de bestuursrechter naast zich neergelegd. Het bestuursorgaan werd door de bestuursrechter in Zwolle opgedragen om te beslissen op een WOB-verzoek maar blijft weigeren.
De uitspraak van de rechtbank in Zwolle leek het einde van een langslepende juridische procedure die begin vorig jaar startte. In de procedure werd verzocht om afschrift van documenten gerelateerd aan de vuurwerkramp die in Enschede plaatsvond in het jaartal 2000, maar die weigert het ministerie van Binnenlandse Zaken vooralsnog vrij te geven.
De opgevraagde documenten hebben onder andere betrekking op de communicatie met oud-eigenaar Harm Smallenbroek die in 1998 het vuurwerkbedrijf ter verkoop aanbood nadat de gemeente Enschede in het geheim een voorkeursrecht vestigde op de grond waarop het bedrijf stond. Ook gaat het in deze zaak over communicatie met de gemeente Enschede, het Openbaar Ministerie, de Politie Enschede en de Brandweer Enschede over de situatie voor, tijdens en na het ontstaan van de vuurwerkramp.
Omdat lagere bestuursrechters een veelal naïeve kijk hebben op de welwillendheid van overheidsinstanties werd ook in deze procedure een beroep op het instellen van een dwangsom door rechter W.J.B. Cornelissen afgewezen. Door het afwijzen van die dwangsom is er ook na het verstrijken van de door de bestuursrechter gestelde termijn vooralsnog geen instrument waarmee het ministerie van Binnenlandse Zaken gedwongen kan worden om de documenten vrij te geven.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) was niet bereikbaar voor een reactie.
Reacties